EFSA

EFSA

De European Food Safety Authority (EFSA) stelt vast of een additief (E-nummer) in de Europese Unie gebruikt mag worden in voedsel. Additieven moeten eerst uitgebreid worden getest op veiligheid. EFSA bestudeert wetenschappelijke studies, beoordeelt mogelijke toepassingen en bepaalt vervolgens of het additief wordt toegestaan. Zo ja, dan stelt ze de maximale dosis vast. foodwatch plaatst vier belangrijke kanttekeningen bij de waarde van deze beoordelingen.

1. De onafhankelijkheid van EFSA ligt onder vuur.

Bijna 60% van de EFSA-deskundigen onderhoudt zelf banden met de bedrijven die ze moeten beoordelen, volgens onderzoek uit 2013 door Corporate Europe Observatory. Ook de regels van de EFSA – in 2012 aangepast na enkele schandalen – hebben dit probleem niet opgelost, aldus de onderzoekers. Tekenend is dat het aantal gevallen van belangenverstrengeling in de deskundigenpanels in 2013 nog net zo omvangrijk blijkt als in 2012.

2. Een EFSA-beoordeling garandeert niet dat een E-nummer veilig is.

Vaak duiken na verloop van tijd nieuwe studies op die aanleiding zijn voor een ander oordeel. Een voorbeeld is de rode azokleurstof E128 die decennialang in ons eten is verwerkt. Pas in 2007 is de stof verboden, omdat nieuw wetenschappelijk inzicht aantoonde dat E128 kankerverwekkend kan zijn. De maximale dosis kan ook achterhaald zijn, omdat de stof inmiddels in veel meer producten is verwerkt en je er dus meer van binnenkrijgt. Bovendien kijkt de EFSA niet naar de gezondheidseffecten op lange termijn én niet naar het 'chemische cocktail'-effect met andere stoffen in hetzelfde voedselproduct.

3. De wetenschappelijke studies die de EFSA ter beoordeling krijgt voorgelegd, zijn niet altijd even betrouwbaar.

Deze studies zijn vaak geïnitieerd én betaald door de bedrijven die de E-nummers willen gebruiken. Zij moeten met bewijzen op de proppen komen dat een stof wél veilig is. In wetenschappelijke kringen bestaat veel discussie over de onafhankelijkheid van studies in opdracht van bedrijven. Regelmatig blijkt dat de onderzoeksvrijheid van wetenschappers daarbij niet zo groot is als ze misschien zouden willen.

4. De conclusies van EFSA worden niet altijd gedeeld door collega-voedselautoriteiten in andere landen.

Zo is E-131 (een synthetische blauwe kleurstof) toegestaan in Europa, op basis van wetenschappelijke studies die door de EFSA beoordeeld zijn. Maar de voedselautoriteit in de Verenigde Staten concludeert juist dat de stof níet veilig is. In dit land is E-131 dan ook niet toegestaan.

De (on)afhankelijkheid van de EFSA

foodwatch duikt voor jou in de ondoorzichtige wereld van voedseladditieven. Nu bepaalt de Europese Voedselveiligheidsautoriteit EFSA of een E-nummer veilig is en is toegestaan. Maar onderzoek wijst uit dat er veel belangenverstrengeling is bij de EFSA. Meer weten over de (on)afhankelijkheid van de EFSA? Kijk dan de onderstaande EenVandaag uitzending van 18 december 2013, waarin Hilde Anna de Vries, directeur van foodwatch, meepraat.

Word donateur

foodwatch is onafhankelijk dankzij jou. Zonder jouw steun zijn we nergens. We voeren onafhankelijk de consumentencampagnes die jij en wij noodzakelijk vinden. foodwatch accepteert dus geen subsidies van de overheid en giften van voedselbedrijven. Word daarom vandaag nog donateur en houd samen met foodwatch omstreden E-nummers uit jouw eten! Doneer nu>>