Persberichten 15.05.2018

Kabinet kan gevaar voedselverpakkingen niet langer negeren

foodwatch roept het kabinet op nu eindelijk haast te maken met regelgeving rond schadelijke stoffen in voedselverpakkingen. De oproep volgt op het rapport ‘Gevaarlijke stoffen in een circulaire economie’ van de Gezondheidsraad dat vandaag is gepubliceerd. In het rapport wordt onder andere voor de gevaren van gevaarlijke stoffen in gerecyclede voedselverpakkingen gewaarschuwd, waaronder de minerale oliën MOAH en MOSH. De Gezondheidsraad roept op om “regelgeving rond recycling te verbeteren”. Nadat minister Schippers in 2015 erkende dat “mengsels van MOAH’s inderdaad kankerverwekkend en mutageen kunnen zijn” gaf ze in 2016 in een brief aan foodwatch aan wetgeving te overwegen “als onverhoopt mocht blijken dat Europese regelgeving niet of niet op korte termijn te verwachten is.” Deze Europese regelgeving is er nooit van gekomen. De Gezondheidsraad bevestigt dit “hiaat in de EU-regels”. foodwatch: “Het kabinet belooft van alles maar beschermende maatregelen blijven almaar uit. De consument is de dupe doordat zij onnodig deze gevaarlijke stoffen binnenkrijgt.”

Meer informatie over de campagne minerale oliën van foodwatch

Citaten uit het rapport van de Gezondheidsraad (citaten pg 11, 13/14):
“Drukinkt in voedselverpakkingen van gerecycled papier
Ook een groot deel van het papier in de EU wordt gerecycled (in 2015: 72%). Door het gebruik van drukinkt bevinden zich allerlei gevaarlijke stoffen in het papier. Eenmaal gerecycled komt het nieuwe papier, inclusief de gevaarlijke stoffen, terecht in toepassingen die op hun beurt in contact kunnen komen met voedsel; denk aan bekertjes, zakjes, bakjes, servetten enzovoort. In 2015 vonden Pivenko e.a. 157 stoffen in gerecyclede papierproducten die zij classificeerden als ‘gevaarlijk’. Het ging om minerale oliën en metalen en daarnaast ook om weekmakers van plastics. Van deze stoffen waren er volgens de onderzoekers 51 ‘kritisch’ op het punt van de gezondheidsrisico’s die zouden optreden als ze in aanraking komen met voedsel.

EU-regels voor voedselverpakking
Naast de door de EC gesignaleerde hiaten wijst de commissie op een ander hiaat in de EU-regels. Voor een aantal materialen bestaat geen geharmoniseerde regelgeving voor het gebruik in voedselverpakking. Voor de toepassing van gerecyclede plastics als verpakkingsmateriaal voor voedsel gelden speciale voorschriften, die zijn opgesteld door de European Food Safety Authority (EFSA). Het gaat onder meer om eisen aan het type plastics, de zuiverheid daarvan en om de toepassingswijze. Voor een aantal andere gerecyclede materialen die als verpakkingsmaterialen voor voedsel worden gebruikt (of anderszins in contact kunnen komen met voedsel) bestaat er momenteel echter geen geharmoniseerde EU-regelgeving. Dat geldt voor papier, karton, inkt, lijmen en coatings. In dat soort producten kunnen zich gevaarlijke stoffen bevinden als verzadigde en aromatische minerale oliën, weekmakers en metalen. Door het ontbreken van uniforme regelgeving kunnen deze stoffen in contact komen met voedsel dat door mensen wordt geconsumeerd. Zo zijn er bijvoorbeeld in Denemarken in kartonnen pizzadozen gevaarlijke stoffen aangetroffen zoals weekmakers. Als deze stoffen migreren uit de verpakkingen naar het voedsel worden mensen door voedselinname daaraan blootgesteld.”

Van EFSA-onderzoek in 2012 tot getreuzel nu
In 2012 publiceerde de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een zorgwekkend rapport over de aanwezigheid van minerale oliën in voedsel. MOAH wordt er door de EFSA van verdacht kankerverwekkend en mutageen te zijn, terwijl MOSH orgaanschade kan veroorzaken. Vooral kinderen zijn daarbij een risicogroep. Verpakkingen die gemaakt zijn van gerecycled papier vormen een belangrijke bron van deze besmetting. Deze verpakkingen bevatten vaak nog minerale oliën uit de oude drukinkten. Maar ook andere bronnen kunnen tot vervuiling van voedsel leiden, zoals smeerolie uit fabrieken of olie in jute zakken die gebruikt worden bij de oogst.In 2015 deed foodwatch onderzoek waarbij in bijna de helft van de 120 onderzochte alledaagse voedingsmiddelen de gevaarlijke MOAH’s werden gevonden. Het betrof onder andere rijst, cornflakes, hagelslag en pasta. Ook werden de producten onderzocht op vervuiling met verzadigde koolwaterstoffen (MOSH) die ophopen in het lichaam en ervan worden verdacht organen te kunnen beschadigen. 100 van de onderzochte 120 producten (83%) bleken vervuild met deze vorm van minerale olie, waarvan 12 (10%) ernstig.

In 2015 liet minister Schippers in reactie op het onderzoek van foodwatch weten dat “mengsels van MOAH’s inderdaad kankerverwekkend en mutageen kunnen zijn” en“Ik concludeer dat de sector nog onvoldoende inzicht in de problematiek heeft om tot een adequate beheersing te komen”. In een brief aan foodwatch gaf ze in 2016 aan: “Als normstelling praktisch mogelijk blijkt en er goede analysemethoden voorhanden zijn, kan ook overwogen worden op nationaal niveau (in de Warenwetregeling Verpakkingen en gebruiksartikelen) tot normstelling over te gaan. Deze mogelijkheid zal ik verder onderzoeken als onverhoopt mocht blijken dat Europese regelgeving niet of niet op korte termijn te verwachten is.”

In 2016 gaf minister VWS Schippers aan de Tweede Kamer aan “dat zo spoedig mogelijk gestart moet worden met monitoring van minerale oliën. Ook Nederland zal in dit kader met de dan beschikbare analysemethoden deelnemen. Deze stap is noodzakelijk om na een periode van analyse tot de mogelijke gerichte maatregelen te kunnen komen.” Begin 2017 zou daarvoor onderzoek worden opgestart naar babyvoeding, rijst, pasta en cornflakes. In 2018 zouden vervolgens hagelslag, brood, dierlijk vet en pinda’s worden onderzocht. In antwoord op Kamervragen gaf het kabinet in februari 2017 aan: “De voorbereiding van de monitoring van voedingsmiddelen en verpakkingen is weliswaar vorig jaar van start gegaan, maar de daadwerkelijke uitvoering daarvan moet nog van start gaan.” Sindsdien is er weinig meer vernomen. De NVWA gaf onlangs aan foodwatch aan dat pas in 2018 met de monitoring is gestart. Dit is zeer ongewenst omdat het kabinet van mening is dat de monitoring noodzakelijk is om maatregelen te kunnen nemen. Iedere dag uitstel betekent dus weer een dag onnodige blootstelling aan schadelijke stoffen.