Foodwatch maakt zich zorgen over de grote marktmacht van voedselconcerns, die zowel het aanbod, de wetenschap en de politiek sterk kan beïnvloeden. Neem het supermarktlandschap in Nederland. De vier bekendste grootgrutters; Albert Heijn, Jumbo, Lidl en Plus hebben samen haast driekwart (73,1%) van de hele markt in handen.
Niet alleen supermarkten hebben een groeiende marktmacht. Ook de productie is grotendeels in handen van enkele voedingsgiganten. De concentratie van macht onder voedingsbedrijven houdt niet op bij de grens van de EU. Zo controleren slechts drie bedrijven - Unilever, de Indiase Tata Group en Associated British Foods - ongeveer 80% van de wereldwijde theehandel. Een ander voorbeeld: 60% van alle babyvoeding wereldwijd wordt geproduceerd door slechts vier fabrikanten. In West-Europa is hun aandeel van de taart 74%, en in Australië maar liefst 92%.
De voedselreuzen doen er ook alles aan om hun macht via omzet en winsten te verhogen. Een schrijnend voorbeeld is dat van de grote blauwe, 30 meter lange Nestlé-boot, die zeven jaar lang als een drijvende supermarkt over de Amazone-rivier op en neer heeft gevaren. Het beoogde doel was om “het genot” van de Nestlé-repen naar de armste mensen in het Amazonegebied te brengen.
Marktmacht is slecht voor onze gezondheid
Macht op de markt betekent ook macht over wat op ons bord belandt. In de praktijk komt dit er op neer dat we overstelpt worden met sterk bewerkte producten. Voor bedrijven is de productie van bewerkt voedsel winstgevend: de hoge gehaltes aan suiker, vet en zout zijn verslavend. De grondstoffen zijn vaak goedkoop.
De ‘supermachtconstructies’ werken een ongezond aanbod verder in de hand: veel (kleine) supermarkten en voedselproducenten kunnen amper concurreren door de prijsoorlogen en margedruk van de grote machthebbers. De meeste producten die uiteindelijk in het supermarktschap terechtkomen zijn grootschalig geproduceerde voedingsmiddelen: voedsel verpakt met additieven, smaakstoffen en ingrediënten van lage kwaliteit.
Aan de onderhandelingstafel
Als de economische macht te geconcentreerd is, zoals in het geval van de voedingsindustrie, wordt het onvermijdelijk politieke macht. Voedingsgiganten hebben veel geld om te lobbyen. Ze hebben ook een grote invloed op de werkgelegenheid, wat als drukmiddel gebruikt kan worden. Te vaak wordt de voedingsindustrie dan ook door de politiek uitgenodigd om aan te onderhandelingstafel plaats te nemen. Neem het Nationaal Preventieakkoord. De maatregelen in het kader van overgewicht en obesitas zijn veel minder vergaand dan voor roken. Waarom? De tabaksindustrie mocht niet aan tafel zitten, de voedingsindustrie wel. Dit lijkt verdacht veel op belangenverstrengeling...
Wetenschap voor de kar van de industrie
Bedrijven die veel geld hebben, kunnen ook gemakkelijker de wetenschap voor hun kar spannen. Heel veel onderzoeken naar ziekten zoals obesitas worden gefinancierd door bedrijven als Coca-Cola, Kellogg's, PepsiCo en Nestlé. Dergelijke onderzoeken wijzen bijvoorbeeld uit dat vooral een gebrek aan beweging tot overgewicht leidt. Zo wordt de aandacht afgeleid van de rol van ongezonde voeding bij overgewicht. Commerciële belangen krijgen hierbij voorrang op de belangen van de samenleving. Een onwenselijke ontwikkeling.
Wat doet foodwatch?
Met foodwatch blijven we ervoor waken dat de macht van bedrijven niet ten koste gaat van de consument. Gezondheid gaat boven verkoopcijfers. Daarom zetten we er onder meer via onze campagnes rond Voeding & Gezondheid op in om de belangen van de consument te verdedigen. We voeren actie voor een suikertaks en het reduceren van suiker, vet & co in voedingsproducten. We willen regulering, zodat de industrie geen winst meer maakt ten koste van onze gezondheid. Doe mee, en steun de campagnes van foodwatch.