Nieuwsberichten 24.03.2015

NVWA nam bewust risico door consumenten niet in te lichten over miltvuur

Links

Uit documenten van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) die foodwatch in handen kreeg blijkt dat de autoriteit bewust risico nam door consumenten niet in te lichten welke vleesproducten eind 2014 mogelijk besmet waren met miltvuur. foodwatch diende in oktober 2014 een verzoek in op basis van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) om openbaar te krijgen welke producten mogelijk besmet waren. De NVWA weigert vooralsnog om die informatie bekend te maken, vanuit de angst dat bedrijven onevenredig benadeeld zouden kunnen worden. Uit overige communicatie in de zaak die wel openbaar werd gemaakt, blijkt de NVWA zichzelf tegen te spreken: miltvuur is zo gevaarlijk voor de consument, dat er geen enkel risico genomen mag worden, maar toch worden consumenten niet ingelicht over welke producten mogelijk nog in hun vriezer lagen (of liggen).

Achtergrond

Op 10 oktober 2014 maakte de NVWA bekend dat een partij rundvlees uit voorzorg van de markt werd gehaald. De reden was dat twee van de verwerkte karkassen afkomstig waren van een Slowaakse veehouderij waar naderhand miltvuur is vastgesteld. Dat is een infectieziekte waarbij de gezondheidsgevolgen voor mensen zeer ernstig kunnen zijn. Wanneer je door het eten van de bacterie ziek wordt, is de kans op overlijden vijftig procent. Dat zegt het Bureau Risicobeoordeling (BuRo), die de NVWA adviseerde om dit vlees, en het vlees van runderen die met dit vlees in aanraking zijn gekomen, van de markt te halen. Een gevaar voor de volksgezondheid kon volgens het BuRo immers niet worden uitgesloten. Toch werden consumenten niet ingelicht om welke producten het ging, terwijl ze het vlees mogelijk al in huis hadden gehaald. Dat is voor foodwatch onacceptabel en dus dienden we op 16 oktober een WOB-verzoek in om de informatie te achterhalen.

Woorden stroken niet met daden

Uit de documenten die foodwatch ontving van de NVWA blijkt meerdere keren dat de autoriteit vond dat er geen risico genomen mocht worden. Bijvoorbeeld in de brief van 16 oktober die de NVWA naar alle afnemers stuurde: "De gevolgen van miltvuur zijn dermate ernstig dat zelfs een heel kleine kans daarop niet aanvaard kan worden. (...) Daarom dient uit voorzorg de hele partij vernietigd te worden." En in de nota van 4 november aan staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken: "Gezien de risico's die met miltvuur gepaard gaan, heeft de NVWA besloten geen risico te nemen..."

Hoewel het grootste deel van de partij daadwerkelijk terug is geroepen, is een deel van het vlees aangemerkt als ‘geconsumeerd’. Daarnaast bleek uit de documenten dat het 'evenmin inzichtelijk te maken (is) hoeveel van het mogelijk besmette vlees via de supermarkten bij de consument terecht is gekomen.' Zie de afbeelding hieronder. Kortom, de woorden van de NVWA stroken niet met de genomen acties. De NVWA heeft duidelijk wel een risico genomen door consumenten niet te informeren over de betrokken eindproducten.*

Worst case scenario is genegeerd

In het situatierapport van het Centraal Veterinair Instituut wordt zelf het worst case scenario gemeld: "Mensen overlijden direct na het eten van rundvlees." Het BuRo stelt in haar advies dat verhitting van de sporen/bacterien niet voldoende is omdat de sporen resistent zijn. De consument kon door juiste verhitting thuis het risico dus niet wegnemen.

foodwatch gaat in bezwaar

foodwatch vindt dat consumenten het recht hebben om te weten welke producten riskant zijn en zal dan ook bij de NVWA blijven aandringen op volledige openheid. Op 26 februari is foodwatch in bezwaar gegaan tegen de beslissing van de NVWA om de namen van de betrokken producten niet openbaar te maken. Wij blijven eisen dat jij als consument geïnformeerd wordt. En jij kunt ons daarbij helpen: Vind jij ook dat je als consument het recht hebt om te weten wat je eet? Stuur dan samen met foodwatch een e-mail naar de NVWA en de verantwoordelijke ministeries. 

*Rectificatie: Met miltvuur besmet vlees mag overigens nooit gewoon weggegooid worden, omdat op die manier het probleem verplaatst kan worden.