Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) heeft besloten de bestaande indeling van glyfosaat te handhaven: giftig voor in het water levende organismen, maar nog steeds niet ingedeeld als kankerverwekkend. Dit, ondanks nog sterker wetenschappelijk bewijs dan in 2015, toen het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de WHO glyfosaat als "waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens" classificeerde. Foodwatch, dat lid is van de NGO-coalitie Ban Glyphosate verwerpt ten stelligste ECHA's conclusie dat "het beschikbare wetenschappelijke bewijs niet voldeed aan de criteria om glyfosaat in te delen voor specifieke doelorgaantoxiciteit, of als kankerverwekkende, mutagene of voor de voortplanting vergiftige stof".
Het Comité risicobeoordeling (RAC) van ECHA heeft glyfosaat opnieuw ingedeeld als een stof die ernstige oogletsel veroorzaakt (Eye Damage 1) en giftig is voor in het water levende organismen met langdurige gevolgen (Aquatic Chronic 2). Het ECHA heeft echter opnieuw het bestaande sterke bewijs voor de indeling van glyfosaat als vermoedelijk kankerverwekkend voor de mens (categorie 1) verworpen (categorie 1B volgens de CLP-verordening van de EU). Terwijl het IARC de herbicide in 2015 had geclassificeerd als "waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens" (gelijkwaardig aan "vermoedelijk kankerverwekkend voor de mens" van de EU) heeft het ECHA het zelfs niet eens als een categorie 2-classificatie overwogen ("vermoedelijk carcinogeen voor de mens").
Wetenschappelijk wangedrag bij Europees agentschap
Peter Clausing, toxicoloog en lid van de NGO-coalitie Ban Glyphosate zegt: "Het is triest om te zien dat ECHA duidelijk zijn wetenschappelijk wangedrag van 2017 heeft herhaald. Om tot haar conclusie te komen, moest ECHA de tumorbevindingen die in vijf muizen- en zeven rattenstudies naar kankerverwekkendheid waren gezien, terzijde schuiven. Door dit te doen heeft het ECHA niet alleen goede wetenschappelijke praktijken geschonden, maar ook zijn eigen richtsnoeren en zelfs Europese regelgeving, zoals blijkt uit verschillende peer-reviewed artikelen.”
Bovendien heeft het ECHA, om tot zijn conclusie te komen, een grote hoeveelheid ondersteunend bewijsmateriaal moeten verwerpen (of negeren) uit een reeks van nieuwe en reeds bestaande peer-reviewed publicaties. Dit omvat met name laboratorium studies die het carcinogene mechanisme van glyfosaat beschrijven, alsook epidemiologische studies die een verhoogd risico ontdekten op DNA-beschadiging en kanker bij mensen die aan glyfosaat zijn blootgesteld.
Opnieuw heeft het ECHA zich eenzijdig gebaseerd op de studies en argumenten van de industrie. Dit ondanks het feit dat een recente evaluatie van studies van de industrie over de DNA-beschadigende effecten van glyfosaat door wetenschappers van het Vienna Cancer Research Institute tot de conclusie is gekomen dat slechts twee van de 35 onderzochte studies als "betrouwbaar" kunnen worden beschouwd, 15 andere slechts als "gedeeltelijk betrouwbaar" en 18 van deze studies als "niet betrouwbaar" moesten worden geclassificeerd, wegens aanzienlijke afwijkingen van de toepasselijke testrichtsnoeren.
Geen glyfosaat vanaf 2023?
Nu ligt de bal bij de EFSA. Slechts een paar dagen geleden heeft de EFSA aangekondigd dat zij niet in staat is om te voldoen aan het tijdschema voor de glyfosaatbeoordeling en een extra jaar nodig zou hebben om het brede scala van opmerkingen en studies die in de loop van de openbare raadpleging zijn ingediend, (waaronder van Foodwatch), tot juli 2023.
Foodwatch roept de EFSA op haar "extra jaar" te gebruiken om een grondige evaluatie van alle relevante studies uit te voeren volgens goede wetenschappelijke praktijken en in overeenstemming met de toepasselijke richtsnoeren. Hopelijk komt er dan in 2023 toch eindelijk een einde aan het gebruik van schadelijk glyfosaat.