Bestrijdingsmiddelen

Chemische bestrijdingsmiddelen

Wat is er aan de hand?

Om ongewenste insecten, schimmels en plantenziekten snel en simpel te bestrijden, maken boeren en tuinders vaak gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Deze kunnen schadelijk zijn voor milieu, flora en fauna, voor de gezondheid van de boer die ze gebruikt en de mensen die rond de akkers wonen. Resten bestrijdingsmiddelen blijven achter op groente, fruit en granen, en kunnen ook schadelijk zijn voor de consument.

De Europese wet- en regelgeving stelt veiligheidseisen aan bestrijdingsmiddelen die in de EU mogen worden gebruikt. Bestrijdingsmiddelen mogen alleen stoffen bevatten waarvan niet wordt verwacht dat zij een schadelijke uitwerking hebben op de gezondheid van de mens, of onaanvaardbare effecten voor het milieu.

Voor elk bestrijdingsmiddel wordt wettelijk bepaald hoeveel ervan aanwezig mag zijn op of in ons voedsel. Bij het vaststellen van deze maximale residu limiet (MRL) voor een bestrijdingsmiddel wordt rekening gehouden met de effecten van dit ene middel op de gezondheid van de consument.

Op veel groente en fruit zijn echter resten van veel verschillende bestrijdingsmiddelen tegelijk aanwezig. Hoewel al in 2005 Europees wettelijk is vastgelegd dat er een methode moet worden ontwikkeld om rekening te houden met de cumulatieve en synergistische effecten die deze combinatie van bestrijdingsmiddelen mogelijk kan hebben, is deze methode er nog niet.

Een groot aantal bestrijdingsmiddelen is zo giftig voor mens, dier en/of milieu, dat deze in de EU niet gebruikt mogen worden. Dat geldt voor middelen waar de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) bewijs of vermoedens bij heeft dat ze risico's opleveren voor het milieu, de gezondheid van consumenten en/of de boeren die de middelen toepassen. Van een deel van deze pesticiden geeft EFSA aan dat ze schadelijk kunnen zijn wanneer de consument resten ervan binnenkrijgt, bijvoorbeeld omdat ze de hormoonhuishouding kunnen verstoren, kanker kunnen veroorzaken of kunnen leiden tot een verminderde vruchtbaarheid.

Wat betekent dit voor jou?

In de Europese wetgeving is bepaald dat consumenten moeten worden beschermd tegen inname van residuen van niet-toegelaten bestrijdingsmiddelen. Maar de Europese wet kan het gebruik in andere delen van de wereld niet verbieden. Zodoende belanden deze verboden middelen via de achterdeur toch op het bord van de consument.

Als je groente en fruit eet dat van ver komt, is de kans aanwezig dat jij bestrijdingsmiddelen binnenkrijgt die in Europa juist verboden zijn vanwege het risico voor de consument. Want veel van deze bestrijdingsmiddelen worden in andere landen vaak nog volop gespoten. Niet alleen met negatieve gevolgen voor de boeren daar, maar mogelijk ook voor jou als consument.

foodwatch heeft, op basis van de risicobeoordelingen van de EFSA en de besluiten van de Europese Commissie daarover, een lijst vastgesteld van 140 stoffen die zo gevaarlijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid dat ze niet gebruikt mogen worden in de Europese Unie. Deze stoffen zouden dus ook niet aanwezig moeten zijn in ons voedsel.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert elk jaar een klein deel van de groente, fruit en kruiden in de Nederlandse winkels, groothandels en aan de grens op resten van bestrijdingsmiddelen. Uit de inspectiegegevens van de jaren 2015-2016 blijkt dat bepaalde groente en fruit dat vanuit andere delen van de wereld is geïmporteerd, vaak resten bevat van bestrijdingsmiddelen die in de Europese Unie al lang verboden zijn.

Bij veel Nederlandse supermarkten zijn al een aantal maatregelen van kracht om blootstelling van hun klanten aan bestrijdingsmiddelen te verminderen. Hier vind je wat de vijf grootste supermarkten aan beleid voeren met betrekking tot pesticiden.

Dit wil foodwatch

foodwatch wil dat iedereen met een gerust hart groente en fruit kan eten, zonder zich zorgen te hoeven maken over eventuele blootstelling aan schadelijke stoffen. Daarvoor is het nodig dat supermarkten hun leveranciers vragen om geen gebruik meer te maken van mogelijk gevaarlijke bestrijdingsmiddelen. Ook is het van groot belang dat niet alleen de supermarkten maar ook de NVWA geregeld ons voedsel controleren op de aanwezigheid van resten van bestrijdingsmiddelen.

Wanneer de wettelijke limieten voor bestrijdingsmiddelenresiduen worden overschreden, moet het product zo snel mogelijk uit de winkelschappen gehaald worden. Wanneer zelfs de gezondheidsgrens (Acute referentiedosis, de ARfD) wordt overschreden, moeten consumenten daar direct over worden geïnformeerd, zodat zij zelf maatregelen kunnen nemen om blootstelling daaraan te voorkomen, bijvoorbeeld door hun groente of fruit terug te brengen naar de supermarkt.

 

Laatste update 26 Maart 2018