
Wetenschap
De voedselindustrie spant nog altijd de wetenschap voor haar karretje om haar commerciële belangen te beschermen en manipuleert onderzoek, met grote schadelijke gevolgen voor onze gezondheid en het klimaat. Dus industrie, haal die vinger uit de pap van de wetenschap! Lees hier meer over het probleem.
Hieronder lees je meer over de rol van wetenschappers bij de integriteit in het voedselonderzoek.
Wat maakt een integer wetenschapper?
Een integere wetenschapper is eerlijk, zorgvuldig, transparant, onafhankelijk en verantwoordelijk. Zij doet dus geen ongefundeerde claims, verzint of vervalst geen data, neemt tegenargumenten serieus en geeft resultaten niet mooier weer dan ze zijn. Zij is precies in haar methodologie bij het ontwerp, de uitvoering, de verslaglegging en verspreiding van onderzoek. Ze is helder over hoe data vergaard is en wat de rol van externe belanghebbenden is geweest. Het liefst publiceert ze van te voren haar onderzoeksprotocol en publiceert haar ruwe data, zodat het onderzoek controleerbaar is. Ze laat zich niet leiden door commerciële belangen en onderzoekt wat wetenschappelijk en/of maatschappelijk relevant is. Dit bedenken we niet zelf bij Foodwatch, maar dit zeggen onafhankelijke wetenschappers die De Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit (NGWI) hebben opgesteld. Deze NGWI presenteert deze principes als wetenschappelijke deugden en hebben deze vertaalt in 61 normen.
De Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit is opgesteld in opdracht van zes wetenschappelijke organisaties: Koninklijke Academie voor Wetenschappen, de Universiteiten van Nederland, de Vereniging Hogescholen, de Nederlandse Organisatie van Wetenschappelijk Onderzoek, de Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra en de TO2-Federatie, bestaande uit Deltares, MARIN, TNO en Wageningen Research. Aangezien wetenschap grensoverstijgend is, zijn er internationale codes waar de Nederlandse integriteitscode op gebaseerd is: the European Code of Conduct for Research Integrity (link opent PDF-bestand met de code).
De Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen
De NGWI vormt de basis voor meer specialistische integriteitscodes. Zo heeft de Nederlandse Academie voor Voedingswetenschappen (NAV), waar bijna 350 voedselwetenschappers lid van zijn, een eigen code geformuleerd op basis van de NGWI. Zo staat er in de inleiding te lezen: ‘Hierin wordt integriteit gezien als het handhaven van professionele, sociale en ethische normen en waarden in de beroepsuitoefening, waarbij druk van buitenaf en persoonlijke belangen geen afbreuk mogen doen aan eerlijkheid en betrouwbaarheid.’ In de code wordt nog meer dan in het NGWI de nadruk gelegd op het voorkomen van belangenverstrengeling. De NAV is blijkbaar doordrongen van het risico hierop.
Evaluatie van de NGWI
De NGWI is in 2024 uitgebreid geëvalueerd om deze ook weer aan te laten sluiten op nieuwe ontwikkelingen. Het evaluatierapport adresseert een aantal hete hangijzers waar de herziene code meer aandacht aan zou moeten besteden: de groei van toegepast en praktijkgerichtonderzoek (zoals voedselonderzoek ook vaak is). Bij dit type onderzoek is ook vaak sprake van samenwerking met en/of financiering van externe partijen. Ook ziet de commissie een toegenomen belang van team science met niet-wetenschappelijke partners zoals bedrijven, publieke organisaties en NGO’s. De NGWI dient bij uitstek ook als didactisch document, voor studenten en zelfs de maatschappij als geheel, maar uit de consulatie blijkt dat de code ‘niet altijd slaagt om stimulerende gesprekken op gang te brengen over wat wetenschappelijke integriteit inhoudt.’
Een goede zaak, vinden we bij Foodwatch, dat de herziene code meer aandacht zal besteden aan toegepast en teamonderzoek en de rol van externen zoals het bedrijfsleven. Wij roepen de schrijfcommissie op deze banden met het bedrijfsleven met kritische blik te bezien. Ook goed dat de didactische waarde aandacht krijgt. Maar een infographic of een pakkend acroniem, zoals nu wordt voorgesteld, lijkt ons nogal tekortschieten in het tastbaar en levend maken van wetenschappelijke integriteit onder grote groepen mensen als wetenschappers het zelf al weinig inspirerend vinden.
Verbeteringen, maar nog lang niet genoeg
We hebben onderzocht hoe het gesteld is met het melden van nevenwerkzaamheden. In 2020 bleef Wageningen University & Research hierbij in gebreke. Inmiddels is die situatie flink verbeterd en zijn nevenwerkzaamheden op veel universiteiten zelfs op één website verzameld. Dat is zeker vooruitgang.
Maar er gaat ook nog veel niet goed. In 2020 is becijferd dat wereldwijd 13% van de het voedselonderzoek in belangrijke voedseltijdschriften beïnvloed wordt door het bedrijfsleven en dat meer dan de helft van dit onderzoek resultaten laat zien die in het voordeel van de bedrijfssponsors zijn.
Studies die gesponsord worden door bedrijven rapporteren veel vaker positieve resultaten ten gunste van hun sponsor dan studies gefinancierd uit publiek geld, die vaker geen of neutrale effecten laten zien. En uit onderzoek dat gedaan is in de farmaceutische industrie bleek dat zelfs het kleinste geschenk als een pen of een maaltijd invloed uitoefent op de resultaten van studies.
Wij hebben tijdens ons onderzoek voor deze verkenning keer op keer gemerkt hoe gevoelig dit onderwerp ligt en het liefst ontkend lijkt te worden door voedselwetenschappers. Het is namelijk lastig gebleken om voedselwetenschappers te spreken te krijgen over dilemma’s rondom financiering door de industrie en het risico op (onbewuste) biassen worden soms geheel ontkend, zo blijkt ook uit onderzoek door journalistiek platform The Investigative Desk. Ook uit de reactie van de persvoorlichter van de Wageningen University & Research bleek een terughoudendheid om dieper in te gaan op dit onderwerp.
Maar onderzoekers handelen niet altijd integer. Uit onderzoek uit 2022 blijkt dat circa de helft van de onderzoekers op universiteiten zich met enige regelmaat schuldig maakt aan zogenaamde questionable research practises (QRP). Voorbeelden hiervan: PhD-studenten niet goed begeleiden; het niet rapporteren van fouten in het onderzoeksontwerp; selectieve citatie, etc. Ook de ernstigere schendingen falsificatie (onderzoeksgegevens verdraaien) of fabricatie (onderzoeksgegevens verzinnen) komen voor. Zij het een stuk minder, maar toch nog 1 op de 25 wetenschappers rapporteert dit: 51,3% maakt zich schuldig aan QRP, 4,3% maakt zich schuldig aan fabrication, 4,2% aan falsification.
In hetzelfde onderzoek wordt ook gekeken naar de omstandigheden die hiertoe kunnen leiden. Publicatiedruk, competitie en gebrek aan aandacht voor integriteitsnormen in de wetenschappelijke praktijk. Integer onderzoek kan dan ook alleen plaatsvinden als de hele onderzoekscultuur erop gericht is om integriteit onder wetenschappers te waarborgen en te stimuleren. Wetenschappers gingen minder snel te fout in als ze het gevoel hadden betrapt te kunnen worden, als er duidelijke normen heersen en een eerlijke verdeling is van middelen.
Opvallend: in 2022 verleenden maar 8 van de 22 instellingen hun directe medewerking aan dit onderzoek. Individuele wetenschappers werden via andere wegen wel bereikt en leverden alsnog een hoge respons. Wellicht zou dit cijfer nu anders zijn nu er meer aandacht is voor het onderwerp.
Wetenschappelijk integriteit, kortom, valt alleen te bereiken als de hele structuur van een instelling erop is ingericht. Het gaat dan niet om één enkel vak voor studenten of één workshop voor onderzoekers, maar wetenschappelijke integriteit als onderdeel van élk vak en terugkerende trainingen en supervisie of intervisie voor onderzoekers, incluis promovendi die kwetsbaarder zijn, maar ook ander personeel op instellingen zoals managers en bibliotheekmedewerkers is hoog nodig!
Meer achtergrondinformatie? Lees onze Verkenning Wetenschappelijke Integriteit (PDF)