Industrie

De voedselindustrie spant nog altijd de wetenschap voor haar karretje om haar commerciële belangen te beschermen en manipuleert onderzoek, met grote schadelijke gevolgen voor onze gezondheid en het klimaat. Dus industrie, haal die vinger uit de pap van de wetenschap! Lees hier meer over het probleem.

Hieronder lees je meer over de rol van de industrie bij de integriteit in het voedselonderzoek. 

De balans is zoek

Het merendeel van toegepast onderzoek (research & development) wordt niet gedaan door universiteiten of hogescholen, maar door de industrie zelf (70% volgens het Rathenau instituut, versus 25% door het hoger onderwijs). Maar ook het hoger onderwijs voert veel van dat soort onderzoek uit in opdracht van industrie en overheid. We zien dus dat het bedrijfsleven meer en meer vat heeft gekregen op de onderzoeksagenda. Onderzoek dat niet de bedrijfsbelangen dient dreigt hierdoor onder te sneeuwen. Het onderzoek waar wij allemaal beter van worden, naar onze gezondheid bijvoorbeeld, komt dan in het gedrang. Maar wij hebben wetenschappelijk onderzoek nodig, geen voedselmarketing vermomd als wetenschap.

Vijf gevallen van marketing verkleed als wetenschap

Deze beïnvloeding heeft enorme gevolgen: de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 2024 een rapport uitgebracht waarin zij de lobbytactieken van de alcohol-, tabaks-, fossiele brandstoffen - en voedselindustrie onder de loep nam. Deze industrieën zijn door hun beïnvloedingstactieken, waarbij ook wetenschap gemanipuleerd wordt, jaarlijks verantwoordelijk voor 2,7 miljoen doden in alleen al Europa. 

We zijn vijf jaar verder sinds de start van onze integriteitscampagne en de bewijzen blijven zich opstapelen dat bedrijven eerder meer en niet minder de wetenschap voor hun karretje spannen. Lees hieronder vijf voorbeelden van manipulatie door de industrie die de afgelopen vijf jaar naar buiten zijn gekomen. 

Meer voorbeelden van manipulatie door de industrie? Lees ook onze Verkenning Wetenschappelijke Integriteit (PDF)

Het voedselkeuzelogo Nutri-Score is volgens onderzoek van de WHO en het RIVM het beste logo in de strijd tegen overgewicht. Het logo is in 2017 ingevoerd in Frankrijk en in 2024 is Nutri-Score het officiële voedselkeuzelogo geworden in Nederland. Sindsdien zijn er diverse studies verschenen die de voordelen van Nutri-Score onderschrijven. Maar die invoering is niet zonder slag of stoot gegaan. De voedselindustrie heeft 15 jaar gelobbyd om het logo van tafel te krijgen, bang om slechte scores te krijgen voor hun hoogbewerkte voedsel (een terechte angst). De voedselindustrie heeft meer dan eens dubieuze wetenschap ingezet om twijfels over Nutri-Score te zaaien. 

Zelfs nu het logo steeds meer gemeengoed wordt, blijven dergelijke studies verschijnen. Zo bekritiseerde rechtenprofessor aan de Universiteit van Liverpool, Amandine Garde in 2024 in World Nutrition Journal een studie die Nutri-Score negatief beoordeelde maar nogal wat (methodologisch) fouten bevat: de onderzoeken die de auteurs gebruikten om te onderbouwen dat Nutri-Score niet zou werken, beoordeelden Nutri-Score wel degelijk als positief of stonden er neutraal tegenover; de auteurs vielen onderzoekers van de Nutri-Score-stuurgroep persoonlijk aan om hen in diskrediet te brengen. De auteurs verzuimden hun nevenfuncties te vermelden onder het gebruikelijke kopje ‘conflicts of interests’, namelijk hun werk voor respectievelijk de Nederlandse Zuivel Organisatie en als consultant voor onder meer de suikerindustrie.  

Conclusies verdraaien, geloofwaardigheid van wetenschappers in twijfel trekken en belangenvertrengeling niet vermelden zijn veelvoorkomende tactieken om belangen van de voedselindustrie te dienen.
 

Onderzoeksplatform Zembla berichtte in 2024 over een onderzoek uitgevoerd door Wageningen Research (de onderzoekstak van Wageningen University & Research), in opdracht van de lobbyorganisatie CropLife, naar economische effecten van het Farm to Fork-beleid van de Europese Unie.  Dit beleid, geformuleerd in 2020 heeft als doel de landbouw en het voedselsysteem in de EU te verduurzamen en gezonder eten beschikbaar te maken voor burgers in Europa. De onderzoeksvraag voor de onderzoekers beperkte zich tot economische effecten op korte termijn, over andere variabelen deden de onderzoekers geen uitspraken. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de maatregelen van Farm to Fork zouden zorgen voor minder opbrengst als pesticidegebruik aan banden zou worden gelegd, zoals Farm to Fork voorstaat. Over voordelen op lange termijn werden niet gesproken (‘geen onderdeel van de onderzoeksvraag’ zo zeiden de onderzoekers desgevraagd).

Nog voor hun rapport verscheen nam CropLife met de samenvatting van de resultaten de Farm to Fork-strategie dusdanig onder vuur dat het beleid blijvende reputatie-schade is toegebracht. Dit leverde de WUR-onderzoekers behoorlijke kritiek op, ook van hun collega’s van de WUR.  Hun samenvatting was een lobby-instrument verworden voor de pesticide-industrie, zo luidde de kritiek. De WUR heeft daarop direct een statement uitgebracht om dit soort praktijken in de toekomst te voorkomen, maar het leed voor het Farm to Fork-beleid was al geleden. Dit was aanleiding voor debat op de WUR wat de risico’s van dit soort contractonderzoek zijn. 

Deze werkwijze is symptomatisch voor de pesticidelobby zo bewees lobbywaakhond CEO in haar rapport blootlegde: A Loud Lobby for a Silent spring, the pesticide industry’s toxic lobby tactics against Farm to Fork.  

CropLife en de Europese landbouworganisatie Copa-Cogeca geven veel geld uit om zulke impactstudies te laten doen. Ze sturen de media artikelen, organiseren evenementen en gebruiken sociale media om te benadrukken dat voedselzekerheid niet zonder pesticiden kan. 
 

In september 2024 publiceerde het wetenschappelijke tijdschrift British Medical Journal een analyse waaruit bleek dat meer dan de helft van de deskundigen in het adviespanel over voeding van de Britse regering banden heeft met de voedingsindustrie. Maar liefst 11 van de 17 leden van de Scientific Advisory Committee on Nutrition (SACN) - een organisatie die verantwoordelijk is voor advies over het gezondheidsbeleid van de Britse overheid - hebben banden met Nestlé, suikerfabrikant Tate & Lyle en Unilever, aldus de analyse. Deze wetenschappers, die als onafhankelijke deskundigen zijn aangesteld bij de commissie, vormen een machtige groep die de regering adviseert en het beleid beïnvloedt. Ze produceren aanbevolen dagelijkse richtlijnen voor zout, suiker, vitamine D inname en het voeden van baby's. Deze belangenverstrengeling was niet gemeld. Terwijl obesitas in het VK epidemische vormen aanneemt, is het zeer schadelijk voor de volksgezondheid als wetenschappers die banden met de voedselindustrie hebben tegelijktijdig verantwoordelijk zijn voor het voorschrijven van gezondheidsrichtlijnen. 

Journalisten van The Investigative Desk hebben aangetoond dat zowel Unilever als FrieslandCampina invloed uitoefenen op onderzoek op Wageningen University & Research (WUR). De WUR  heeft een universiteitstak en een onderzoekstak die in opdracht onderzoek verricht. Contractonderzoek is een belangrijk onderdeel van het takenpakket waarbij overheid en bedrijfsleven onderzoeken aankopen bij Wageningen Research. Ook bij het Topsectorenbeleid is veel geld uit het bedrijfsleven gemoeid: hierbij beslissen overheid en universiteiten met het bedrijfsleven over te financieren onderzoeksprojecten: ‘de Gouden driehoek’ wordt deze samenwerking genoemd. 

Hoewel de WUR duidelijke taal spreekt over deze vorm van onderzoek op haar website en hoe onafhankelijkheid bovenaan staat, laten journalisten zien hoe Unilever en FrieslandCampina toch een fikse stempel drukken op de wetenschap via dit Topsectorenbeleid. In twee artikelen uit 2020 en 2021 schetst de Investigative Desk hoe Unilever en FrieslandCampina onder meer de onderzoeksagenda bepalen en elke stap van het onderzoek monitoren. De agenda, goedkeuring voor financiering en de onderzoeksvraag  komt mede vanuit de industrie bij dit soort onderzoek en de bedrijven volgen de voortgang tijdens evaluatierondes. Het is dus niet zo dat resultaten direct beïnvloed worden, maar wel wat en hoe er onderzocht wordt. Dit kan ten koste gaan van de onderzoeksagenda voor maatschappelijke kwesties die niet direct de bedrijfsbelangen dienen. Zo is er wel ruimte voor onderzoek dat betaald wordt door FrieslandCampina naar hoe er binnen het huidige systeem van intensieve landbouw duurzamer gewerkt kan worden via veelal technologische oplossingen, maar kampen wetenschappers die op zoek zijn naar alternatieve landbouwmethodes voor natuurinclusievere landbouw met geldgebrek. De nadruk aan de WUR ligt op productontwikkeling aldus de Investigative Desk. Afname van de veestapel wordt daarbij niet onderzocht als optie. Wel méér melkproductie per koe.

De WUR is tweeslachtig over haar banden met bedrijven. Aan de ene kant benadrukt de universiteit haar onafhankelijkheid , maar aan de andere kant is het bedrijfsleven zeer aanwezig en onderdeel van veel aspecten van de instelling.  De WUR maakt er zoals veel andere universiteiten dan ook geen geheim van het bedrijfsleven nodig te hebben. 
 

In 2025 hebben wij een rapport uitgebracht en een campagne gelanceerd om de zoetstof aspartaam te verbieden in voedingsmiddelen in de Europese Unie. De wetenschap rondom de goedkeuring van dit mogelijk kankerverwekkende additief bleek aan alle kanten te rammelen.

In 2023 werd het additief aspartaam als mogelijk kankerverwekkend verklaard door IARC, de International Agency for Research on Cancer, een organisatie die onderdeel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is. Tegenstrijdig: in datzelfde jaar verklaarde JECFA, de Expert Committee on Food Additives, een organisatie die onderdeel van zowel de FAO als de WHO is, aspartaam als niet schadelijk voor de gezondheid. In 2013 al verklaarde EFSA, de voedselautoriteit van de Europese Unie, de zoetstof als veilig. 

Aspartaam kent een lange geschiedenis als het om het aantonen van schadelijkheid gaat en het is allerminst vanzelfsprekend dat aspartaam toegelaten is op de markt, aangezien er al snel signalen waren dat aspartaam zeker niet onschuldig is. In 1996 al kwam professor Ralph Walton er achter dat de aspartaamproducent NutraSweet 74 onderzoeken had laten uitvoeren die aspartaam allemaal als veilig bestempelden, terwijl de 96 onafhankelijk gefinancierde studies de veiligheid ervan juist in twijfel trokken. 

Wat betreft het advies van de EFSA uit 2013: de industrie mag hiervoor zelf studies ter consulatie voorleggen. Dit mag met alle stoffen die voor advies beoordeeld worden met schadelijke gevolgen van dien. Ook maakt EFSA gebruik van onafhankelijke studies. Maar studies die schadelijke effecten aantoonden, werden vaak ter zijde geschoven, terwijl studies die het tegendeel beweerden wel werden meegenomen in de evaluatie. De criteria hiervoor waren niet duidelijk. Dat niet alleen, een aantal wetenschappers van EFSA bleken banden met de industrie te hebben. Zeven EFSA-experts van de zeventien hadden banden met de industrie, zoals het doen van consultancy of lobby voor de aspartaamindustrie, supermarkten en ILSI, de industrie-lobbygroep.

En die controverse is nog niet ten einde. IARC heeft aspartaam ingedeeld in categorie 2B: mogelijk kankerverwekkend op basis van onafhankelijk onderzoek, terwijl JECFA in 2023 aspartaam als niet schadelijk bestempelde. Maar ook in deze laatst genoemde organisatie huizen veel experts die banden hebben met de voedselindustrie, ook zij hebben op basis van onduidelijke criteria studies laten meewegen en dan vooral studies die geen verband zagen tussen kanker en aspartaam. Zo werd er wél waarde gehecht aan een studie uit 1981 met fouten in het onderzoeksdesign die uitgevoerd was door de aspartaam-industrie zelf, die geen verband constateerde, terwijl studies die wel schadelijkheid aantoonden om onduidelijk redenen ter zijde werden geschoven. 

Een patroon van manipulatie: wat voor tactieken gebruikt de industrie?

Uit de voorbeelden tekent zich een patroon af van veelgebruikte tactieken door de voedselindustrie. Deze zijn vaak afkomstig van de zogenaamde ‘playbook’ van de tabaks- en farmaceutische industrie.  Onderzoekers hebben deze tactieken uitgebreid in kaart gebracht. Wat gaat er mis?  

De industrie:

  • Financiert zelf onderzoek of tuigt eigen onderzoeksinstellingen op en beïnvloedt zo de onderzoeksmethoden en wijze van publicatie.
  • Verdraait onwenselijke conclusies, herinterpreteert data naar eigen wensen en valt wetenschappers persoonlijk aan.
  • Creëert een 'echo-chamber' door wenselijk onderzoek rond te pompen met behulp van media, het drukken van eigen materialen en organiseren van eigen symposia en congressen en probeert onwenselijk onderzoek zo veel mogelijk onder de pet te houden.
  • Beïnvloedt beleid om zo veel mogelijk zelfregulering te waarborgen.
  • Normaliseert de aanwezigheid van de industrie binnen de academische wereld door het uitdelen van onderzoeksbeurzen en bij te dragen aan andere academische infrastructuur. 

Wat we het meest zien is beïnvloeding van de onderzoeksvraag en/of de rapportage van de resultaten. Zo zien we gemanipuleerde onderzoeksvragen en dito oplossingen door de industrie wanneer het over de obesitasepidemie gaat, bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op individuele verantwoordelijkheid of maar één voedingsmiddel onder de loep te nemen in plaats van de voedselomgeving. 

Ook belangenverstrengeling blijft een groot probleem. Hoewel dubbele petten vaker netjes gemeld worden door wetenschappers, zo constateerden wij, en het beleid hierop is aangescherpt door universiteiten, lost zo'n melding het probleem niet automatisch op. 

MANIFEST